Het was sowieso een bijzondere editie vanwege de nog steeds geldende voorzichtigheid als gevolg van de voortdurende Corona pandemie. Wel de gebruikelijke (en veilige) start op eigen gelegenheid. Ook weer een aantal boeien, die je naar eigen inzicht en volgorde mocht ronden “zolang ze het denkbeeldige lijntje achter de boot maar zouden raken”. Geen algemeen palaver, maar een envelop met de banen en opdrachten. Een sobere prijsuitreiking, zonder champagne en met terughoudend gejuich. Geen gezamenlijke BBQ, maar natuurlijk wel voldoende de gelegenheid om te borrelen met eigen bemanning.
De wind was het thema van deze zeiltoertocht. Een thema voor de navigator om zijn hoofd over te breken. Vroeg starten of laat starten? De wind zou gedurende de middag gaan toenemen en draaien. Dat betekent dat de snelle boten in het nadeel zouden zijn, zeker als ze vroeg zouden starten. Eerst naar stuurboord aan de wind of eerst naar bakboord voor de wind. Met heel weinig wind is “voor de wind varen” helemaal niet aantrekkelijk uit oogpunt van snelheid en betekent natuurlijk ook zonder verkoeling bakken in de zon, want die was er dus wel genoeg. Maar zou er dan wel genoeg wind zijn om met halve wind wat vaart te maken? 11 mijl met weinig wind! Hoe lang zou het wel niet duren?
De Witte Wind en haar bemanning, ondergetekende en Martin Wolf, wilden zo snel mogelijk starten, omdat de schipper zich om 15:00 uur als coach bij het hockeyteam van zijn dochter moest voegen (Kon helaas niet anders!). Zo gezegd, zo gedaan. Eerst naar stuurboord dan maar! God zegene de greep, want echt beredeneerd was het niet. Achter ons konden we het gros van de later vertrekkende schepen voor bakboord zien kiezen. Weten zij iets, dat wij niet weten? Ze leken wel stil te liggen, terwijl wij toch met bijna 2 knopen voeren (!). Waarschijnlijk dachten en zagen zij van hun kant hetzelfde.
De vaargeul oversteken was nog wel even een dingetje. Zo langzaam heb ik dat nog niet eerder gedaan, maar het was even rustig, dus het kon. En vervolgens kwamen we buiten de hoofdvaargeul bij de boeien voor het spui van Ooltgensplaat toch nog een rijnaak op ramkoers tegen, die in de sportsluis geschut was. Het ging goed, maar alleen omdat wij onze koers aanpasten. De schipper van de rijnaak groette niet eens.
En toen richting op van de plek, waar de Witte Wind het afgelopen voorjaar door de onoplettendheid van de schipper zijn mast verloren heeft: het RWS meetbaken. We voeren onverwacht min of meer halve wind en begonnen zelfs een beetje vaart te maken. De vaargeul oversteken was daardoor veel eenvoudiger, ondanks de drukte op dat moment. Vlak voor het schip van Deen met de vlag van WSV De Dintel, de zoekopdracht, haalden we een belangrijk deel van het veld in, dat later vertrokken was, inclusief de latere winnaar, Plexat. De Orion hadden we al in tegenovergestelde richting zien varen. Deen stond duidelijk te genieten van de stralende zon.
Na de laatste boei dachten we in een rechte streep aan de wind naar de haven te kunnen varen. De wind was aan het aantrekken, maar ook heen en weer aan het draaien. We hebben de 6 knopen aangetikt, maar we bleken nog wat slagen te moeten maken om er te komen en tussen de havenhoofden te finishen. Vlak voor de finish realiseerden we ons ineens dat we vergeten hadden om de tijden van het ronden van de boeien te noteren. Jammer maar helaas! Ik geloof dat we de eersten waren, want de tijdwaarneming had de toeter nog niet klaar. In de haven nog even geborreld en daarna nog voor de prijsuitreiking op weg naar Roosendaal voor een teleurstellende hockeywedstrijd. In iedere geval lekker gezeild.
Naar later bleek hadden we op de prijsuitreiking ook niets te zoeken.
Wedstrijdcommissie, bedankt voor de organisatie. Ik heb er zelf niets aan bijgedragen, maar de anderen dus destemeer. Bedankt vrijwilligers voor tijdwaarneming en andere ondersteunende taken. Hopelijk kunnen we volgend jaar weer voluit en met alle gewenste vrijheidsgraden en BBQ genieten van dit jaarlijks terugkerende evenement.
Paul Hagens
Witte Wind